PANIEKSTOORNIS

 

Stoornissen waarbij een ziekelijke angst het belangrijkste verschijnsel is (bijvoorbeeld bij een paniekstoornis, pleinvrees of een specifieke angst). Angsten kunnen op zichzelf bestaan of een symptoom zijn van o.a. depressie, burnout, stress.

 

Zie het filmpje over paniekstoornis :

https://www.youtube.com/watch?v=DIkAmD3snCI

 

Bv bij paniekaanvallen kan er een aantal verschijnselen voorkomen. Een aanval begint plotseling en bereikt in maximaal een minuut of tien een hoogtepunt. (dokterdokter.nl)
Een paniekaanval kan gepaard gaan met één of meer van de volgende verschijnselen:

 

  • een heftig en intens gevoel van angst
  • hartkloppingen, een bonzend hart of een snelle hartslag
  • transpireren
  • trillen of beven
  • een gevoel van ademnood of het gevoel te stikken
  • naar lucht happen, benauwdheid
  • pijn of een onaangenaam drukkend gevoel op de borst
  • misselijkheid of maag- en darmklachten
  • duizeligheid, licht in het hoofd, het gevoel onvast op uw benen te staan of te
    zullen (flauw)vallen
  • een onwerkelijk gevoel, alsof de dingen om u heen niet echt zijn of het gevoel
    los te staan van uzelf
  • de angst om de controle over uzelf te verliezen of ‘gek’ te worden
  • de angst om dood te gaan
  • een verdoofd of tintelend gevoel, bijvoorbeeld in uw armen, handen of benen
  • het plotseling heel warm (opvliegers) of heel koud (koude rillingen) krijgen

 

De verschijnselen kunnen elkaar versterken, waardoor de angst toeneemt. Angst kan hartkloppingen en pijn op de borst geven. Door deze klachten bent u bang een hartinfarct te krijgen, deze angst zal de klachten verder doen toenemen. Zo komt u in een negatieve spiraal van angst terecht.

 

Hoe ontstaat een paniekstoornis?

 

Verschillende factoren kunnen een rol kunnen spelen bij het ontstaan van een paniekstoornis.

 

Manier van waarnemen

 

Mensen die last hebben van paniekaanvallen blijken vaak sneller signalen die zij van buitenaf of vanuit hun lichaam krijgen, als angst aanjagend te ervaren. Daarbij zijn ze zich vaak veel bewuster van mogelijke bedreigingen. Zo zal het overslaan van het hart, wat ook bij gezonde mensen vaak voorkomt, door sommige mensen niet of nauwelijks gevoeld worden.
Maar iemand met een angstige aanleg zal dit waarschijnlijk wel voelen en bang worden voor een hartafwijking. Het lichaam kan op deze angst reageren met bijvoorbeeld hartkloppingen, misselijkheid en duizeligheid. Dit zal de angst nog groter maken. Deze vicieuze cirkel kan zich ontwikkelen tot een volledige paniekaanval.

 

 

Erfelijkheid

 

Erfelijke factoren lijken de mate van angstgevoeligheid sterk te bepalen. Bij kinderen zijn vaak al grote verschillen te zien: het ene kind durft alles, terwijl het andere erg voorzichtig is en zich snel zorgen maakt. Deze gevoeligheid blijkt, bijvoorbeeld door therapie, wel beïnvloedbaar.

 

Omstandigheden

 

Het ontstaan van een paniekstoornis kan ook te maken hebben met de omstandigheden waarin iemand verkeert. In tijden van veel stress of verandering blijken mensen gevoeliger voor het krijgen van angstklachten.

 

Hyperventilatie

 

Lange tijd is gedacht dat hyperventilatie een grote rol speelde bij paniekaanvallen.
Hyperventilatie, oftewel ‘overademen’, leidt ertoe dat de balans van zuurstof en koolzuurgas in het lichaam verstoord raakt. Hierdoor ontstaan er klachten die erg beangstigend kunnen zijn, zoals benauwdheid, pijn op de borst of het gevoel flauw te vallen.

 

Mensen met paniekaanvallen zouden (soms ongemerkt) hyperventileren en vervolgens angstig worden van de lichamelijke verschijnselen die zij daardoor krijgen. Tegenwoordig zijn de meningen verdeeld of hyperventilatie werkelijk een grote rol speelt bij paniek.

 

Angst voor herhaling

 

Als er één paniekaanval geweest is, is er nog geen sprake van een paniekstoornis. Hier spreekt men pas van als er meerdere aanvallen zijn geweest. Na een eerste aanval hebben veel mensen angst voor het ontstaan van een volgende aanval.

Stel dat u voor het eerst een paniekaanval kreeg toen u in de rij stond bij de supermarkt, dan zult u waarschijnlijk de eerstvolgende keer dat u naar de supermarkt gaat al enigszins gespannen zijn.
Als u eenmaal in de rij staat, neemt die spanning alleen maar toe.
De angstige gedachten die kunnen ontstaan (´o jee, zo meteen gebeurt het weer´) zijn vaak voldoende om de paniekreactie weer in werking te stellen. U gaat zich naar voelen, dit gevoel interpreteert u dan als bewijs voor uw angst (´zie je wel, daar heb je het weer´) en zo komt u in een paniekcirkel terecht. Als dit een paar keer gebeurd is, is de kans groot dat u de supermarkt gaat vermijden.

Deze ‘angst voor de angst’ (ook wel anticipatieangst genoemd) speelt een belangrijke rol bij het in stand houden of zelfs verergeren van de paniekklachten. Door dingen die u eng vindt te vermijden, bereikt u op korte termijn dat u zich beter voelt. U heeft daarmee een paniekaanval weten te voorkomen, maar op de lange termijn blijkt dit vermijdingsgedrag de paniekstoornis te verergeren.
Vermijding van situaties kan leiden tot zogeheten pleinvrees, of agorafobie. Een paniekstoornis gaat dan ook vaak, maar niet altijd, gepaard met agorafobie.

 

Is het ernstig en wat kunt u verwachten?

 

Hoewel paniekaanvallen erg beangstigend kunnen zijn, is het belangrijk om te beseffen dat ze niet gevaarlijk zijn. Mensen gaan niet dood aan paniekaanvallen. U krijgt niet werkelijk een hartaanval of een hersenbloeding. Ook wordt u niet gek. In vrijwel alle gevallen is er een hele onschuldige verklaring voor uw lichamelijke verschijnselen. Het probleem is alleen dat u die verklaring waarschijnlijk over het hoofd ziet en de verschijnselen interpreteert als tekenen van gevaar.


Een paniekstoornis kan mede door de rol van ‘angst voor de angst’ en vermijding, erg hardnekkig worden. Het is mogelijk dat de angstgevoelens zich gaan uitbreiden tot steeds meer situaties. In het begin wordt u misschien angstig in de supermarkt op zaterdagmiddag, als het druk is. Maar na een tijdje wilt u misschien helemaal niet meer naar de supermarkt, en ook niet meer naar andere winkels. U voelt zich dan in steeds meer situaties angstig. U kunt hierdoor behoorlijk in uw bewegingsvrijheid beperkt worden.
Een paniekstoornis gaat, evenals andere angststoornissen, meestal niet vanzelf over. De mechanismen die de angst in stand houden, blijken vaak erg krachtig te zijn. Door te ontspannen kunnen de klachten minder worden.

 

De kracht van de combinatie van Cranio-Sacraal Therapie en Traumatherapie : als mensen met dieperliggende angsten kampen dan wordt ook altijd eerst het lichamelijk aspect bekeken. Angsten veroorzaken lichamelijke klachten, spanningen. Hier wordt weer met Cranio – Sacraal op het reptielenbrein gewerkt. Ons biologisch overlevingssysteem gaat hier in gang schieten ook als er helemaal geen reële reden tot angst of paniek is. Dan lijkt het of we slachtoffer van ons lichaam worden. Via de Counseling worden onderliggende patronen kenbaar gemaakt. Cognitieve gedragstherapie wordt gebruikt om te gaan kijken hoe anders te gaan denken en handelen. Het afwisselend aandacht geven aan het lichamelijke aspect en het emotionele aspect is zo helpend voor deze mensen!