Met een trauma wordt bedoeld: iedere gebeurtenis of serie gebeurtenissen die destijds te
onverwacht, te snel of te groot waren om er op dat moment adequaat op te kunnen reageren.
Het zenuwstelsel raakt overweldigd.
Trauma verstikt het ontvouwen van ons wezen; trauma onderdrukt alle pogingen om
vooruit te komen in het leven. Trauma laat ons de verbinding met onszelf en met de natuur
en de ziel verliezen.
Lichamelijke en psychische symptomen
angst, paniek, hartkloppingen, oppervlakkig ademen, overmatige alertheid of prikkelbaarheid, onrust, slapeloosheid, nachtmerries
depressie, uitputting, gevoel van hulpeloosheid of onmacht, krachtverlies in de spieren
dissociatie, gevoel dat (een deel van) je lichaam niet van jou is, beperkt spectrum van gevoelens
ontkenning: het trauma is niet gebeurd of het is niet belangrijk
Bron: Folder van Somatic Experiencing Nederland 2007
Een van de minst begrepen vormen van trauma is ´trauma door onvervulde
basisbehoeften´.
Wanneer natuurlijke basisbehoeften in de kindertijd niet vervuld worden, ervaart het
organisme dat instinctief als levensbedreigend en dus overweldigend; de bijhorende 'pijn' wordt verdoofd door het mechanisme van dissociatie.
Het kind gaat dan meer en meer defensief leven in plaats van spontaan en ontdekkend. Het
leert allerlei sociale overlevingsstrategieën.
Dat verschijnt ook onder allerlei vormen later in het leven, vooral in relaties...
90% van de groei van de hersenen gebeurt in de eerste vijf jaar. De aanvankelijke aanwas is dus enorm. De genen zorgen voor de basisbedrading; de ontwikkeling gebeurt in relatie met
de omgeving. Wanneer de omgeving veilig is, ontwikkelen de hersenen zich anders dan in een onveilige omgeving. Perceptie van (on)veiligheid wordt door een kind gevoeld en
op basis daarvan ontwikkelt zich het zenuwstelsel. De genen zijn de blauwdruk, het is de
omgeving die bepaald hoe ze groeien.
Chronische problemen/pijn is trauma. De overweldiging/ontregeling van het zenuwstelsel speelt daar altijd een grote rol bij. De gebeurtenis is voorbij, maar de reactie van het lichaam blijft hangen, met een effect op lange termijn, (bv schrikreflex) wat we 'traumasporen' noemen.
Trauma werkt desoriënterend en deze (onbewuste) desoriëntatie kan voor gevoelens van onveiligheid en machteloosheid zorgen. Mensen met een gedesoriënteerde onveilige hechting hebben dat in zeer sterke mate.
Oriëntatievermogen is net als allerlei andere reflexen aangeboren en dient dus niet aangeleerd te worden maar hersteld. Door aangeboren impulsen te bevrijden hebben we weer toegang tot deze innerlijke hulpbronnen. Dit leidt tot een lichamelijk gevoel van meer veiligheid en een vermindering van gevoelens van machteloosheid die bij de 'dorsale staat' horen.
Een voorbeeld van traumasporen is de 'functionele bevriezing'. Dit kan op een chronische
manier normaal functioneren uitschakelen; je komt in een soort chronische winterslaapstaat terect. Je functioneert wel maar alles kost moeite: het leven voelt alleen maar
aan als moeten. Onbewust blijf je hangen in een gevoel van afgescheiden zijn,
hulpeloosheid, machteloosheid, opgeven, geen oplossingen zien, angst en paniek als eerste reactie op nieuwe situaties, wantrouwen in mensen en hun intenties, 'ik doe het wel alleen' en je wordt onderdanig, onderprikkeld, gevoelloos en lusteloos.
Bij andere mensen voelt het daarentegen alsof ze altijd 'aan' staan. Er is een continu gevoel van hyper-alertheid, onrust in je lichaam. Je schrikt van het minste. Je moet bezig blijven, je voelt je eigen grenzen niet, je voelt je lichaam niet, irritatie, woede uitbarstingen, schuld en fout. Of je blijft hangen in de ontkenning en je blijft jezelf saboteren, toxische schaamte.
Heel jouw belevingswereld en de bril waarmee je naar het leven kijkt is gekleurd door
overtuigingen van een dorsale vagus.